Veroordeling wegens de invoer van ayahuasca-thee blijft in stand

1 oktober 2019

De veroordeling van een vrouw wegens de invoer van 33 kilo ayahuasca-thee vanuit Brazilië naar Nederland blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Het gerechtshof stelde vast dat de verdachte vanuit Brazilië zakken met vloeistof Nederland heeft ingevoerd. Die vloeistof betrof zogeheten ayahuasca-thee, een in Brazilië ritueel bereide drank die was bestemd voor de kerk Santo Daime in Amsterdam. De verdachte, zelf lid van die kerk, bracht de thee Nederland binnen met de bedoeling de thee te gebruiken bij de erediensten van het kerkgenootschap. Ayahuasca-thee bevat het bestanddeel dimethyltryptamine (DMT), een middel dat op een van de lijsten van drugs staat die op grond van de Opiumwet niet ingevoerd mogen worden. Het invoeren van de thee was daarom naar het oordeel van het gerechtshof strafbaar. Het Hof volstond met het uitspreken van een veroordeling en legde de vrouw geen straf op.

De vrouw stelde beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. In de cassatieprocedure is aangevoerd dat de veroordeling wegens invoer van de thee in strijd is met de vrijheid van godsdienst.

De Hoge Raad is echter van oordeel dat een veroordeling wel is toegestaan, omdat het verbod op de invoer bedoeld is om de volksgezondheid te beschermen. Dat verbod is een toegelaten beperking van de vrijheid van godsdienst vanwege de risico’s voor de volksgezondheid. De veroordeling van de vrouw blijft dan ook in stand.

Dit betekent dat de invoer van ayahuasca-thee strafbaar is en dat de veroordeling van de vrouw definitief is.

Uitspraak

ECLI:NL:HR:2019:1456