Veroordeling wegens schenden ambtsgeheim door statenlid Curaçao blijft in stand

1 oktober 2019

De veroordeling van een MFK-statenlid van Curaçao wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie stelde vast dat de verdachte in september 2014 als lid van de Vaste Commissie Financiën van de Staten van Curaçao mededelingen heeft gedaan over de inhoud van een besloten vergadering. Hij deed dat tijdens een interview op Radio Mas en later tijdens een persconferentie. Daarmee schond hij volgens het Hof zijn ambtsgeheim dat geregeld is in het Reglement van Orde van de Staten van Curaçao. Het statenlid kreeg een voorwaardelijke geldboete van 1400 Antilliaanse guldens opgelegd met een proeftijd van 2 jaar.

De verdachte stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. In de procedure bij de Hoge Raad ging het onder meer om de vraag of de in het Reglement van Orde neergelegde geheimhoudingsplicht berust op ‘een wettelijke voorschrift’ en om de vraag of die geheimhoudingsplicht in overeenstemming is met de vrijheid van meningsuiting. Het Hof heeft deze vragen bevestigend beantwoord. Dat is naar het oordeel van de Hoge Raad juist.

Ook alle overige cassatieklachten leiden niet tot vernietiging van de uitspraak. De veroordeling blijft dan ook in stand.

Uitspraak op rechtspraak


Meer over het gemeenschappelijk hof