Advocaat-generaal sluit nader onderzoek Arnhemse Villamoord

16 december 2019

Het nader onderzoek in de onherroepelijke strafzaken die bekend staan als de ‘Arnhemse Villamoord’ is afgerond. Dat heeft advocaat-generaal (AG) Hofstee vandaag beslist.

De zaak

Op de avond van 2 september 1998 vond in een woning in Arnhem een gewelddadige overval plaats. De bewoonster van de woning werd daarbij doodgeschoten. Op een andere vrouw, een vriendin van de bewoonster die tijdens de overval de woning binnenkwam, werd ook geschoten. Zij overleefde de overval. Uit de woning zijn enkele betaalpassen, wat geld en een armband weggenomen.

Vervolging en berechting

Voor deze overval met dodelijke afloop zijn acht mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen van tussen de vijf en twaalf jaar. Een negende verdachte is gedurende de strafzaak overleden. In zijn zaak is daarom het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging verklaard. Een tiende man, die in Nederland eveneens als verdachte is aangemerkt, is in Nederland niet vervolgd. Hij werd in zijn woning in Duitsland aangehouden, maar omdat de man de Duitse nationaliteit had en Duitsland geen eigen onderdanen uitleverde, werd het Nederlandse verzoek tot uitlevering van de man niet gehonoreerd.

Verzoek tot nader onderzoek met het oog op aanvraag tot herziening

Drie van de onherroepelijk veroordeelde mannen dienden bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad een verzoek in om in hun eigen zaak nader onderzoek te doen. Dit onderzoek richtte zich op de vraag naar het bestaan van een novum in de zin van de wet met het oog op de voorbereiding van een eventuele aanvraag tot herziening. Een novum is een gegeven waarmee de rechter bij de behandeling van de zaak niet bekend was en waarvoor geldt dat de rechter hoogstwaarschijnlijk tot een ander oordeel zou zijn gekomen als hij tijdens het proces wel daarmee bekend was geweest.

Onderzoek AG

Namens de procureur-generaal heeft de advocaat-generaal de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) advies gevraagd over het verzoek tot nader onderzoek. Naar aanleiding daarvan heeft de ACAS op 8 juni 2018 een eindadvies uitgebracht dat strekte tot het doen van nader onderzoek. De ACAS adviseerde onder meer dat zowel nader DNA-onderzoek als dactyloscopisch onderzoek geboden was. De advocaat-generaal heeft dit onderzoek laten uitvoeren. Het onderzoek was gericht op de vergelijking van de nog bij het NFI beschikbare DNA-sporen, onder meer bloedsporen, met de DNA-profielen in de DNA-databank en op de vergelijking van twee bruikbare dactyloscopische sporen (vingerafdrukken) en de dactyloscopische sporen die destijds niet bruikbaar werden geacht met de (overige) in HAVANK opgeslagen vingerafdrukken. De resultaten van deze onderzoeken zijn neergelegd in onderzoeksrapporten.

Op dit moment zijn er geen nadere onderzoekswensen bij de advocaten van de drie veroordeelden. De AG beschouwt het onderzoek dan ook als afgerond.

Vervolg

Het is nu aan de advocaten van de drie mannen om op basis van de resultaten van het onderzoek wel of niet een herzieningsverzoek in te dienen. De advocaten van de drie mannen hebben (namens hen) het voornemen uitgesproken dat te gaan doen.

Op een aanvraag tot herziening beslist de Hoge Raad, eventueel nadat de procureur-generaal is verzocht zijn zienswijze daarop in een advies aan de Hoge Raad kenbaar te maken.

Bijzondere taken PG bij de Hoge Raad

De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft, naast zijn taak op het gebied van de cassatierechtspraak (het nemen van conclusies, dat zijn juridische adviezen), een aantal bijzondere taken. Eén van die taken is het doen van onderzoek naar de vraag of er grond is voor herziening van een onherroepelijke veroordeling mits aan een aantal voorwaarden is voldaan.

Ter voorbereiding van een herzieningsaanvraag kan een veroordeelde via zijn advocaat de procureur-generaal verzoeken een nader onderzoek te doen naar bepaalde duidelijk omschreven omstandigheden. De procureur-generaal kan, en soms moet, daarbij advies vragen aan de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS). Deze adviescommissie adviseert over de wenselijkheid en de inhoud van nader onderzoek. De commissie bestaat uit twee wetenschappers, een deskundige op het terrein van de politiepraktijk, een advocaat en een lid van het Openbaar Ministerie. De procureur-generaal is vrij het advies van de ACAS al dan niet te volgen.

In de resultaten van dit onderzoek kan een onherroepelijk veroordeelde reden zien om zich door een advocaat met een aanvraag tot herziening tot de Hoge Raad te wenden.

Bij afwijzing van het verzoek staat het de veroordeelde vrij rechtstreeks een herzieningsverzoek in te dienen bij de Hoge Raad.