Veroordeling voor moord op echtgenote in Curaçao blijft in stand

29 mei 2018

De veroordeling van een inmiddels 47-jarige man wegens onder meer moord op zijn echtgenote in maart 2015 in Curaçao, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie veroordeelde de verdachte op 24 november 2016 tot 24 jaar cel. Het Hof verklaarde bewezen dat de man in eerste instantie iemand anders had benaderd om tegen betaling zijn echtgenote om het leven te brengen. Toen de beoogde huurmoordenaar afhaakte, paste de verdachte zijn plannen aan en bracht hij zijn vrouw een paar weken later zelf om het leven.

De verdachte heeft tegen deze veroordeling beroep in cassatie ingesteld. In cassatie is onder meer geklaagd over de verwerping van een zogenoemd bewijsuitsluitingsverweer door het Hof. Volgens de verdediging van de verdachte is een onderzoek in het hotmailaccount van de verdachte op onrechtmatige wijze gedaan en moet de informatie die uit dit onderzoek is verkregen dan ook worden uitgesloten van het bewijs. Het Hof heeft dit verweer verworpen omdat het van oordeel is dat van een onrechtmatig onderzoek geen sprake is.

De Hoge Raad laat het oordeel van het Hof in stand. Wat de verdediging had aangevoerd vormde geen reden om bewijsuitsluiting toe te passen. Ook de overige cassatieklachten geven geen aanleiding tot vernietiging van de uitspraak. De veroordeling is daarmee definitief.

Vanwege de duur van de procedure in cassatie wordt de straf 23 jaar en tien maanden.

Uitspraak

ECLI:NL:HR:2018:786