Conclusie AG: veroordeling tot 20 jaar cel wegens moord op partner in stand laten

25 september 2018

De veroordeling van een man wegens de moord op Heidy Goedhart op 19 december 2010 in Kaatsheuvel dient in stand te blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Machielse de Hoge Raad in zijn conclusie die vandaag is gepubliceerd.

Heidy Goedhart kwam in de nacht van 18 op 19 december 2010 door geweld om het leven. Ze werd gevonden in de achtertuin van haar woning in Kaatsheuvel. Haar partner werd in maart 2011 als verdachte aangehouden, maar werd na enkele maanden op vrije voeten gesteld. In september 2013 startte de politie met een undercovertraject. Tijdens dit traject heeft de verdachte een jaar later in Marbella tegenover undercoveragenten tweemaal een volledige bekentenis afgelegd. Na zijn aanhouding trok hij deze bekentenissen in. Zowel de rechtbank als het hof hield hem aan zijn bekentenissen en kwam tot een veroordeling. In hoger beroep kreeg hij een gevangenisstraf van 20 jaar. Hij stelde tegen deze veroordeling beroep in cassatie in.

Centraal in de cassatieklachten staat het gebruik van het bewijs van de bekennende verklaringen die de verdachte heeft afgelegd tegenover de politieagenten die undercover opereerden. Volgens de raadslieden van verdachte is verdachte gelet op de omstandigheden waarin verdachte verkeerde, de aard van de relatie die deze politieagenten met verdachte hadden opgebouwd en de wijze waarop ze te werk zijn gegaan zodanig onder druk gezet dat deze bekennende verklaringen niet voor het bewijs mochten worden gebruikt. Verder zouden deze bekentenissen onbetrouwbaar zijn. Volgens de raadslieden is de politie te werk gegaan met toepassing van de zogenoemde ‘Mr. BIG-methode’ die erg omstreden is.

Deze methode, afkomstig uit Canada, draait om een undercoveroperatie waarbij een verdachte wordt opgenomen in een fictieve criminele organisatie. Onder het mom dat hij veel geld kan verdienen, moet hij eerst zijn daden opbiechten aan het hoofd van die organisatie. In werkelijkheid is dat een undercoveragent.

In zijn conclusie gaat de AG eerst uitgebreid in op de Mr. BIG-methode en bespreekt vervolgens de cassatieklachten. Volgens de AG bestaat er geen twijfel over dat de Mr. BIG-methode is ingezet. Hij stelt zich verder, kort gezegd, op het standpunt dat niet aannemelijk is dat verdachte zich in een bijzonder kwetsbare positie bevond toen hij op aandrang van de baas van de organisatie bekende. Er was geen sprake van ongeoorloofde druk. Zijn financiële toekomst was misschien onzeker en daarom was het van belang om zich bij de organisatie aan te sluiten maar uit de vaststellingen van het gerechtshof blijkt dat het onaannemelijk is dat hij financieel aan de grond zat. Ook is geen sprake geweest van bedreigingen om hem ontvankelijker te maken om openheid van zaken te geven.

Het alternatieve scenario dat de verdediging heeft aangedragen wordt volgens de AG gelogenstraft door objectieve gegevens. Ook de overige cassatieklachten leiden daarom in de visie van de advocaat-generaal niet tot vernietiging van de uitspraak. De uitspraak kan dan ook in stand blijven.

Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat al dan niet te volgen. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Uitspraak

ECLI:NL:PHR:2018:1042