Uitspraak Hoge Raad over tenuitvoerlegging bij overtreding dadelijk uitvoerbare voorwaarden

19 december 2017

De tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf bij overtreding van voorwaarden die dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard is ook mogelijk als die straf nog niet onherroepelijk is. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.

De rechter die een voorwaardelijke veroordeling uitspreekt, heeft in bepaalde gevallen de bevoegdheid de voorwaarden bij deze voorwaardelijke veroordeling en het reclasseringstoezicht daarop dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Dit betekent dat de veroordeelde de gestelde voorwaarden direct na de uitspraak moet naleven, ook al is er hoger beroep of cassatie ingesteld.

In deze zaak had de rechtbank aan een minderjarige verdachte een voorwaardelijke straf opgelegd met bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht. Deze voorwaarden waren dadelijk uitvoerbaar verklaard. De verdachte ging in hoger beroep. Vervolgens bleek dat hij zich niet hield aan de afspraken in het kader van het reclasseringstoezicht. De rechtsvraag die in deze zaak centraal staat is of het mogelijk is dat verdachte, wegens overtreding van de voorwaarden, het voorwaardelijk opgelegd deel van de straf kan uitzitten als de straf nog niet onherroepelijk is.

De advocaat-generaal heeft in zijn vordering deze rechtsvraag ontkennend beantwoord.

De Hoge Raad komt tot een andere uitkomst en oordeelt dat dit wel mogelijk is. Dit oordeel strekt zich niet alleen uit over zaken binnen het volwassenenstrafrecht maar ook over jeugdzaken.

In zijn arrest geeft de Hoge Raad op een aantal specifieke punten nog een nadere invulling.

De uitspraak van de Hoge Raad is het gevolg van een cassatie in het belang van de wet. Het belang van de cassatierechtspraak is niet alleen te vinden in de controle op de juiste toepassing van het recht in de gegeven zaak, maar ook in de vorming van nieuw recht. Wordt in een bepaalde zaak geen cassatieberoep ingesteld dan kan de Hoge Raad niet zelf oordelen over in die zaak door een lagere rechter beoordeelde rechtsvragen. Toch kan in het algemeen belang beantwoording van een rechtsvraag door de Hoge Raad wenselijk zijn. In dat geval biedt de wet aan de procureur-generaal de mogelijkheid bij de Hoge Raad een cassatieberoep in het belang der wet in te stellen. De uitspraak in een cassatie in het belang der wet heeft geen rechtsgevolgen voor de betrokken partijen.

Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017:3186