Vrijspraak voor moord op Vivica Spong blijft in stand

31 mei 2016

De Hoge Raad laat de vrijspraak voor moord op Vivica Spong in stand. De verdachte werd eerder door het hof vrijgesproken van moord wegens gebrek aan bewijs.

Vivica Spong werd in 2012 dood aangetroffen onder de trap in de woning die zij met de verdachte deelde. Ook hun nog ongeboren kind was niet meer in leven. Het Openbaar Ministerie vervolgde de verdachte voor het opzettelijk van de trap duwen en/of verwurging/verstikking van het slachtoffer.

Na het horen van deskundigen over de doodsoorzaak van het slachtoffer stelde het hof vast dat een val van de trap niet was uit te sluiten. Het hof sprak de verdachte daarom vrij. Het Openbaar Ministerie stelde cassatie in tegen deze vrijspraak. Het klaagt onder meer over de motivering van de vrijspraak.

De advocaat-generaal wijst er in zijn advies aan de Hoge Raad op dat de Hoge Raad geen derde instantie is. De Hoge Raad kan niet onderzoeken of het hof terecht tot vrijspraak is gekomen. Het is aan de feitenrechter om het beschikbare bewijsmateriaal te selecteren en te waarderen. Het oordeel vrijspraak waartoe het hof vervolgens is gekomen, is volgens de AG voldoende gemotiveerd.

Andere klachten van het OM berusten volgens de AG op onjuiste lezing van de uitspraak van het hof, stellen eisen die geen steun vinden in het recht of gaan voorbij aan hetgeen het hof heeft overwogen, negeren hetgeen de verdachte is tenlastegelegd of normaal spraakgebruik, of miskennen vaste rechtspraak. Hij adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep daarom niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft dit advies gevolgd.

Uitspraak

ECLI:NL:HR:2016:1013