AG: vrijspraak van Jansen (Steur) blijft in stand

22 maart 2016

Het door het openbaar ministerie ingestelde cassatieberoep tegen de vrijspraak van de voormalige neuroloog Jansen (Steur) dient te worden verworpen. Dat schrijft advocaat-generaal G. Knigge vandaag in zijn advies aan de Hoge Raad.

De moeilijkheid in deze strafzaak is dat een vervolging wegens zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 308 Sr) vanwege het verstrijken van de verjaringstermijn niet meer mogelijk was. De verdachte kon daardoor alleen veroordeeld worden als wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij opzettelijk de gezondheid van zijn patiënten had benadeeld. Daarvoor is tenminste vereist dat vast komt te staan dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn patiënten gezondheidsschade zouden oplopen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden sprak de verdachte vrij omdat het er niet van overtuigd was dat de verdachte die kans bewust had aanvaard.

Een vrijspraak die is gegeven omdat de rechter niet overtuigd is , kan door de Hoge Raad alleen in uitzonderlijke gevallen vernietigd worden. De advocaat-generaal is van mening dat zich hier niet een dergelijk uitzonderlijk geval voordoet. Hij verwerpt de stelling van het openbaar ministerie dat de verdachte vanwege de op hem rustende zorgplicht ‘geacht’ moet worden met opzet te hebben gehandeld. Vereist is dat de verdachte zich daadwerkelijk van de kwade kans op gezondheidsschade bewust is geweest. Het hof heeft zijn oordeel dat het bewijs op dit punt niet overtuigend geleverd is, voldoende gemotiveerd. Een reden om de vrijspraak te vernietigen, is er daarom niet.

Een conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat te volgen of niet. De Hoge Raad verwacht op 17 mei uitspraak in deze zaak te doen.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2016:129