Meer dan 30 jaar oude showbizzmoordzaak moet over

26 mei 2015

De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat de zogenoemde showbizzmoordzaak opnieuw moet worden behandeld door het hof Den Haag. In deze zaak was Martien Hunnik definitief veroordeeld voor het doodschieten in 1981 van platenproducer Bart van de Laar. Hij had dit bij de politie bekend. Hij kreeg daarvoor 2 jaar gevangenisstraf en tbs. Hunnik bracht bijna acht jaar in detentie en behandeling door. Hij diende bij de Hoge Raad een herzieningsverzoek in. Advocaat-generaal Aben vorderde herziening bij de Hoge Raad vanwege een ernstig vermoeden dat de bekentenissen vals waren.


De Hoge Raad komt tot zijn oordeel op basis van gedragsonderzoek naar de persoon van Hunnik. Een drietal door de Hoge Raad aangezochte onderzoekers heeft bij Hunnik een persoonlijkheidsstoornis vastgesteld waaraan hij in die jaren leed. Hunnik was volgens het onderzoeksrapport ten tijde van het opsporingsonderzoek zeer vatbaar voor suggesties en hij had een neiging tot het verdraaien van de waarheid en het verzinnen van verhalen. Volgens de deskundigen bestaat er een verband tussen de vastgestelde psychische stoornis en de door hem afgelegde bekentenissen.

De Hoge Raad oordeelt dat daarmee een ernstige twijfel is ontstaan aan de geloofwaardigheid van de bekentenissen van Hunnik en dat het hof, als het daarmee bekend was geweest, Hunnik mogelijk zou hebben vrijgesproken.

Het hof Den Haag moet de zaak opnieuw behandelen en beslissen.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2015:1326