Toezicht verwerking persoonsgegevens gerechten en parket bij de Hoge Raad
Volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de voor strafzaken geldende Richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging (de richtlijn), moet het toezicht op verwerking van persoonsgegevens door gerechten, die in verband staan met de uitoefening van gerechtelijke taken, belegd worden bij specifieke instanties binnen de rechterlijke organisatie. Dit om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bij de uitoefening van haar rechterlijke taken te waarborgen.
De gerechten en het parket bij de Hoge Raad hebben er voor gekozen om het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in de rechtspraak toe te vertrouwen aan de door hen aangewezen functionarissen voor gegevensbescherming en de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad. Dit is vastgelegd in de Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad.
De toezichthoudende rol van de PG bestaat onder meer uit het behandelen van klachten van betrokkenen die van mening zijn dat de verwerking van hun persoonsgegevens door de gerechten of het parket bij de Hoge Raad inbreuk maakt op de AVG of de krachtens de richtlijn vastgestelde bepalingen.
De PG doet jaarlijks, in het reguliere jaarverslag, verslag van zijn activiteiten en publiceert een lijst van de soorten klachten, gemelde inbreuken en de eventueel ingestelde vorderingen bij de Hoge Raad.
De toezichthoudende rol van de PG betreft niet het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door de bestuursrechtelijke colleges. Daarvoor geldt een andere regeling.
Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens rechtspraak
Formulieren
Wilt u een klacht indienen over de verwerking van uw persoonsgegevens, een datalek melden of inzage in de verwerking van uw persoonsgegevens?