Thea Tjeerdema, woordvoerder

061jaarverslag

“Ik zet liefst geen wetsartikelen in een nieuwsbericht”

“Ik ben nu ruim vijf jaar de woordvoerder van de Hoge Raad. Dat betekent dat ik de contacten onderhoud met journalisten over de zaken die bij ons in behandeling zijn. Die woordvoering en voorlichting doe ik voor de gehele cassatieprocedure. Dan gaat het om procedurele aspecten en om de voorlichting rond de inhoud van de conclusie van het parket en de uiteindelijke uitspraak van de Hoge Raad. Ik doe dat voor alle rechtsgebieden waar de Hoge Raad over gaat. Het verschil met persvoorlichting bij een rechtbank of hof, of bij het OM, waar ik ook persvoorlichter ben geweest, is de inhoud van de voorlichting en het aantal zittingen. Daar worden de feiten behandeld, verdachten gehoord, zijn er getuigen en hebben slachtoffers spreekrecht. De Hoge Raad is cassatierechter en kijkt op een andere manier naar zaken. Bij ons zijn ook bijna geen zittingen; het is veelal een puur schriftelijke procedure. De uitspraken zijn uiteraard wel openbaar.”

Werkwijze

“Als een journalist mij belt en informeert hoe het ervoor staat in een bepaalde zaak, dan grijp ik die vraag zo nodig aan om iets meer te vertellen over de taak en rol van de Hoge Raad. Onze werkwijze is ook in de journalistiek onbekender dan de procedure bij een rechtbank of gerechtshof. Journalisten komen regelmatig bij een rechtbank of een gerechtshof om een zitting bij te wonen, en dan weet je hoe het werkt, maar die zittingen heb je zoals gezegd bij de Hoge Raad niet.”

066jaarverslag

Vinkje

“Toen ik bij de Hoge Raad begon, wilde ik graag zicht hebben op de zaken die voor mij als woordvoerder van belang zijn. We hebben een registratiesysteem ontwikkeld voor de zaken die maatschappelijk of juridisch van belang zijn of regionaal/lokaal aandacht hebben. Die zaken krijgen een vinkje. Ik kan een lijst oproepen met alle zaken met zo’n vinkje. Als een journalist contact opneemt over een zaak, dan kan ik snel de stand van zaken zien. Ons persbeleid is erop gericht dat in beginsel niets naar buiten gaat waarvan partijen nog niet op de hoogte kunnen zijn. Ik informeer daarom voorafgaand aan de beantwoording van vragen altijd bij de gerechtssecretaris of dat het geval is. Ik mag niet voor de muziek uitlopen.”

Leesbaar

“Ik vind het een groot voordeel dat ik naast communicatie ook rechten heb gestudeerd en dat ik altijd heb gewerkt op het snijvlak van communicatie en voorlichting en het recht. Daardoor heb ik kennis van de procedures en begrijp ik snel wat in een conclusie of uitspraak staat. Als een conclusie of uitspraak in een zaak met een vinkje gepubliceerd gaat worden, dan krijg ik de tekst van tevoren en maak ik daarvan vast een voorzet voor een nieuwsbericht. Nadat ik het conceptbericht bij een arrest heb gemaakt, kijken de persraadsheer en de voorzitter van de zetel ernaar. Bij een conceptbericht over een conclusie zijn dat de advocaat-generaal die de zaak behandelt en de procureur-generaal, en natuurlijk de pers-advocaat-generaal. Ik zet liefst geen wetsartikelen in een nieuwsbericht, maar ik heb geen lijst met woorden die ik hoe dan ook vermijd. Ik probeer een nieuwsbericht zo leesbaar, juridisch correct én kort op te schrijven. Begrijpelijkheid zit overigens niet alleen in het kiezen van andere woorden, maar ook in de opbouw en zins- en tekststructuur. En je moet een goede eerste alinea hebben, waarin het nieuws staat waardoor de media snel een eerste bericht kunnen maken.”

Sociale media

“Ik heb het medialandschap enorm zien veranderen. De burger gaat ook steeds meer zelf op zoek naar informatie en is niet langer afhankelijk van de nieuwsmedia. Wij noemen onze berichten daarom ook geen persberichten, maar nieuwsberichten. We gebruiken sociale media om mensen te attenderen op de nieuwsberichten die we op onze website publiceren. Onze volgers en connecties zijn enorm divers: journalisten, mensen uit de juridische praktijk en de wetenschap, mensen of instanties die werken op de 'Haagse postzegel', studenten en burgers. Die diversiteit geldt ook voor de media waar ik in mijn werk mee te maken heb. Dat varieert van internationaal tot nationaal en regionaal/lokaal. En van nieuwsmedia tot onderzoeksjournalistiek en van vakpers tot entertainmentrubriek."