De Hoge Raad stelde in zijn uitspraak van 5 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:475) drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Die vragen gingen over Richtlijn 2002/58/EG en over het (voor strafvorderlijke doeleinden) verlenen van toegang aan overheidsinstanties tot bij aanbieders van communicatiediensten opgeslagen verkeers- en locatiegegevens (waaronder identificerende gegevens) van gebruikers van die communicatiediensten. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad, in afwachting van de beantwoording van de vragen door het HvJEU, een voorlopig beslissingskader voor dit soort kwesties opgesteld.