Herzieningsaanvragen zaak Arnhemse villamoord ongegrond

20 april 2021

De herzieningsaanvragen in de zaak van de zogenoemde Arnhemse villamoord zijn ongegrond. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De veroordelingen van de verzoekers om herziening blijven daarmee in stand.

In een herzieningsprocedure kunnen nieuwe aanwijzingen, waarmee de rechter niet eerder bekend was en die het ernstige vermoeden wekken dat de rechter niet tot een veroordeling was gekomen als hij destijds daarmee wel bekend was geweest (ook wel: nova), leiden tot vernietiging van een onherroepelijke veroordeling. De Hoge Raad vindt dat in deze zaak geen sprake is van dergelijke nieuwe aanwijzingen. Het gerechtshof was destijds al bekend met de stelling dat de verklaringen van de mede-veroordeelde waar de aanvragen zich op richten, onder druk zouden zijn afgelegd. Het gerechtshof heeft deze mede-veroordeelde toen ook zelf als beëdigde getuige op zitting gehoord. Om die reden is geen sprake van nieuwe aanwijzingen.

De zaak

Op 2 september 1998 vond in het begin van de avond een gewelddadige overval plaats op een villawoning. Bij die overval kwam de bewoonster door een schot met een vuurwapen om het leven. Een tweede vrouw raakte (licht) gewond. Uit de woning zijn enkele bankpassen, wat geld en een sieraad weggenomen.

Voor betrokkenheid bij de overval zijn negen mannen aangehouden. Zij zijn allen onherroepelijk voor dit feit veroordeeld. De betrokkenheid van een tiende medeverdachte is in Duitsland strafrechtelijk onderzocht. Dat onderzoek heeft niet tot een vervolging geleid.

Bekennende en belastende verklaring

Een van de negen veroordeelden, hierna aangeduid als ‘A’, heeft tijdens zijn politieverhoren als verdachte een grotendeels bekennende verklaring afgelegd, waarin hij ook voor de andere toenmalige verdachten belastend verklaarde. Die belastende verklaringen heeft hij steeds volgehouden, ook toen hij na afloop van zijn eigen zaak werd gehoord als beëdigde getuige op een zitting van het hof in de zaken van de andere verdachten. In 2018 heeft hij deze verklaringen alsnog ingetrokken.

Nader onderzoek met het oog op aanvraag tot herziening

Drie van de onherroepelijk veroordeelde mannen dienden in 2014 en 2015 bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad een verzoek in om in hun eigen zaak nader onderzoek te doen met het oog op de voorbereiding van een eventuele herzieningsaanvraag. Namens de procureur-generaal is de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) in 2015 advies gevraagd over het verzoek tot nader onderzoek. Naar aanleiding daarvan heeft de ACAS geadviseerd om een aantal personen onder wie A te laten horen door de rechter-commissaris en nader DNA-onderzoek en dactyloscopisch onderzoek te doen. De advocaat-generaal heeft deze onderzoeken laten uitvoeren. De laatstgenoemde onderzoeken leidden niet tot een match in de DNA-databank of tot herkenning van vingerafdrukken.

Herzieningsprocedure

Zeven van de acht veroordeelden, onder wie A, hebben een herzieningsaanvraag ingediend bij de Hoge Raad. Ook is namens een nabestaande van een overleden veroordeelde een herzieningsaanvraag ingediend. De herzieningsaanvragen berusten in de kern op de nieuwe ingetrokken bekentenis, waarin A stelt dat de destijds bij de politie afgelegde bekennende verklaringen onder druk van de politie zijn afgelegd en dat hij die bij de rechtbank en bij het hof (als beëdigde getuige) door de angst voor de politie niet heeft kunnen veranderen.

Oordeel Hoge Raad

De voor de intrekking van de verklaringen aangevoerde redenen maken volgens de Hoge Raad niet aannemelijk waarom hierop pas twintig jaar na dato is teruggekomen. De niet nader onderbouwde stelling dat de politie A ook nog tijdens de zitting in hoger beroep van de medeverdachten zou hebben bedreigd, vindt de Hoge Raad bovendien ongeloofwaardig. Dit alles is temeer van belang nu A niet bereid is geweest mee te werken aan het onderzoek dat ten behoeve van de voorbereiding van de herzieningsaanvraag door de rechter-commissaris is gedaan. Verder merkt de Hoge Raad op dat de nieuwe verklaring op een aantal punten afwijkt van wat het hof destijds heeft vastgesteld, maar dat niet wordt ingegaan op het bewijs waarmee het hof die vaststellingen heeft onderbouwd.

Het hof heeft zich destijds gebogen over de wijze van verhoren, onder meer door kennisneming van vele audiovisueel vastgelegde politieverhoren, en heeft uitvoerig gemotiveerd waarom het deze en latere verklaringen van A betrouwbaar vond. Daarbij is aangegeven waar die verklaringen steun vonden in de eveneens bekennende verklaringen van een medeverdachte en in ander bewijs.

Het boek ‘De Arnhemse Villamoord’ van H. Israëls e.a. en het advies van de ACAS zijn in het herzieningsverzoek niet als novum gepresenteerd en zijn ook naar het oordeel van de Hoge Raad geen novum. Naar voren gebracht is wel dat de bevindingen die in dit boek en dat eindadvies worden gepresenteerd, ondersteunen dat meer waarde moet worden gehecht aan de bij de aanvraag overgelegde verklaringen van getuige A dan aan de door hem tegenover de politie afgelegde verklaringen. Het boek en het advies richten zich echter in hoofdzaak op de totstandkoming van de door A aan de politie afgelegde verklaringen, waarover het hof al gemotiveerd heeft beslist. Daarbij komt dat het hof het bewijs mede op andere gronden dan die verklaringen heeft aangenomen. Verder komen de nieuwe verklaringen van A in het boek en het eindadvies niet aan de orde, omdat die verklaringen pas daarna zijn afgelegd.
Dit alles maakt dat de Hoge Raad van oordeel is dat de herzieningsverzoeken in de zaken tegen zeven veroordeelden ongegrond zijn. De eerdere onherroepelijke veroordelingen blijven daarmee staan.

In de zaak van een in hoger beroep overleden verdachte is het OM niet ontvankelijk verklaard in de strafvervolging. Met dit oordeel is de uitspraak van de rechtbank vernietigd. Omdat de zaak daarmee niet geëindigd is in een veroordeling, is niet voldaan aan de voorwaarde voor herziening. De Hoge Raad verklaart deze herzieningsaanvraag niet-ontvankelijk.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2021:633
ECLI:NL:HR:2021:627
ECLI:NL:HR:2021:624
ECLI:NL:HR:2021:631
ECLI:NL:HR:2021:630
ECLI:NL:HR:2021:629
ECLI:NL:HR:2021:628
ECLI:NL:HR:2021:626